Dier-Fysiotherapie

Dieren kunnen net als mensen last hebben van problemen, blessures en stoornissen in het bewegingsapparaat. Dieren zijn sterk afhankelijk van hun bewegingsvrijheid en moeten zonder pijn en belemmering kunnen bewegen. Daarom kunnen dieren ook behandeld worden voor fysiotherapie.

Een dierfysiotherapeut richt zich op het normaliseren c.q. optimaliseren van het bewegingsapparaat, dat wil zeggen het verbeteren en herstellen van gewrichten, spieren, pezen en banden. Maar ook littekens en neurologische ziektebeelden kunnen een indicatie zijn.

(lees verder)

Dierfysiotherapie voor honden

Voor een hond is het van essentieel belang dat het goed en zonder problemen kan bewegen.

Als een hond een lichamelijk probleem heeft kan het dit op verschillende manieren uiten. Honden zijn vaak erg goed in het compenseren van hun klachten en willen niet snel laten zien dat ze ergens last van hebben, het is dus goed om ook op de kleine signalen te letten zoals gedrags- verandering, zich niet meer graag laat borstelen, temperatuursverhoging, zwelling en bijvoorbeeld gespannen spieren.

(lees verder)

Dierfysiotherapie voor paarden

Ieder paard is een atleet, ongeacht het niveau of de discipline waarvoor men het paard inzet. Rugklachten, kreupelheden en spierproblemen komen echter veelvuldig voor. Als een paard in disbalans is kan het niet optimaal functioneren. Oorzaken zijn soms heel duidelijk, zoals een trauma, maar meestal is de oorzaak onduidelijk. Paarden zullen hun pijn of ongemak nooit snel tonen en zijn meester in compenseren.  

(lees verder)

Fysiotherapie voor de ruiter

Men komt tot inzicht dat aparte training van de ruiter (zonder paard) ook noodzakelijk is om beter te kunnen rijden. De invloed van de houding van de ruiter op het paard is enorm groot en beïnvloedt de bewegingen van het paard. Een ruiter met lage rugklachten, een slechte spierfunctie rondom de lage rug, of een scheve houding heeft zeker een negatieve invloed op de bewegingen van het paard. Daarom is het zo belangrijk dat de ruiter in evenwicht op het paard zit en soepel de bewegingen van het paard kan volgen, zonder dat hij het paard stoort.

Pas dan mogen we spreken van een harmonieuze combinatie.

(lees verder)